Overzicht > Over een rein geweten
Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen!
Hebreeën 9:14
Een rein geweten
Het geweten is ons innerlijk besef van wat goed is en slecht. Het bevat de innerlijke normen die ons gedrag beheersen, die ons wijzen op onze plichten, en waaraan we onze verlangens onderwerpen.
Iemand heeft een rein geweten als al zijn of haar beslissingen en de uitvoering ervan overeenkomen met zijn of haar geweten.
De waarde van het eigen geweten
Enkele stellingen om over na te denken en te bediscussiëren
- Mensen behoren hun eigen beslissingen te nemen, en daartoe aangemoedigd te worden.
- Het is verkeerd om beslissingen te nemen voor het leven van iemand anders, ook al zouden dit objectief gezien goede beslissingen zijn.
- Iedere aansporing die als manipulatie wordt ervaren is verkeerd, ook al zou dit objectief gezien geen manipulatie zijn en bedoeld zijn voor iemands welzijn.
- Het siert iemand als hij een goed voorbeeld geeft en ontevreden vrienden aanmoedigt om genoegen te nemen met het geven van het goede voorbeeld.
- Het is eerbaar om je eigen zaken te behartigen, je eigen brood te verdienen en van niemand afhankelijk te zijn. (1Tess.4:11)
- De oerzonde (eten van de boom van de kennis van goed en kwaad) bestaat er in dat we God buitensluiten uit ons geweten. Wij bepalen dan zelf wat goed is en slecht, zonder naar God te luisteren of ons tegenover hem te willen verantwoorden.
- Christelijke bekering is geen bekering tot het christendom, maar luisteren naar (=gehoorzaam zijn aan) God zoals we die door en in Jezus Christus leren kennen.
- Mensen behoren altijd de samenleving en de intiemere kring waar zij deel van uitmaken kritisch te beoordelen. D.w.z. dat men zich steeds conform zijn geweten een mening of standpunt behoort te vormen over morele zaken, algemene situaties en over daden van individuen.
- Het is niet geoorloofd om de mensen zelf te beoordelen, alleen hun woorden en hun daden.
- Als volgelingen van Jezus zijn we geroepen om te zegenen, om Gods vriendelijkheid, ontferming en geduld te vertegenwoordigen en zelfs om onze vijanden lief te hebben.
- De opdracht van Jezus' volgelingen, zoals geformuleerd in Mat.28:19, bestaat uit drie opeenvolgende fasen: Nieuwe volgelingen maken, daarna hen dopen en pas daarna hen leren om zich te houden aan al wat Jezus heeft gezegd (geboden).
- Nieuwe volgelingen van Jezus maken is mensen helpen om zichzelf te beoordelen in het licht van Gods woord (bijbel, Jezus en je eigen voorbeeld), zoals een dokter een patient helpt om zijn ziekte onder ogen te zien in het licht van de remedie. De dokter beschuldigt de patient niet maar vraagt dat hij verantwoordelijkheid opneemt voor zijn genezing.
- Dopen kan alleen mits uitleg. Je laten dopen is een vrijwillige en openlijke verklaring dat je Jezus wilt volgen en dat je bereid bent om te leren doen wat Hij gezegd heeft.
- Iemand leren om te doen wat God wil, gebeurt niet op pedante wijze, door het beter te willen weten, maar door aan te moedigen en te helpen om naar God te luisteren, Hem te gehoorzamen en om God beter te leren kennen in het praktische leven.
- Leerlingen van Jezus helpen elkaar door met elkaar te praten (luisteren en spreken), met elkaar te bidden, door elkaar te helpen om de bijbel te lezen en door voor elkaar een goed voorbeeld te zijn.
- Mensen die zich voordoen als volgeling van Jezus, maar dit in werkelijkheid helemaal niet zijn, behoren ontmaskerd te worden. Dit is niet de taak van enkelingen maar van de christelijke gemeenschap die bij consensus een sterk gemotiveerd besluit neemt.
zie verder: Wat is goed in Gods ogen?
Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige.
Psalm 119:11 NBG51
Romeinen 2:4
HSV: Of veracht u de rijkdom van Zijn goedertierenheid, verdraagzaamheid en geduld, zonder te weten dat de goedertierenheid van God u tot bekering leidt?
Romeinen 10:10-11,13
NBV: Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. Want de Schrift zegt: ‘Wie in hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’
er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’
Efeziërs 1:18,19
HSV: Paulus bidt voor: verlichte ogen van uw verstand, om te weten wat de hoop van Zijn roeping is, en wat de rijkdom is van de heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen, en wat de alles overtreffende grootheid van Zijn kracht is aan ons die geloven.
Romeinen 12:16-17
HSV: Wees eensgezind onder elkaar. Streef niet naar de hoge dingen, maar houd u bij de nederige. Wees niet wijs in eigen oog. Vergeld niemand kwaad met kwaad. Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen.
Johannes 6:45
HSV: Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen door God onderwezen zijn.
Hebreeën 8:10,11
HSV: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven en Ik zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. En zij zullen beslist niet ieder zijn naaste en ieder zijn broeder onderwijzen en zeggen: Ken de Heere. Want zij allen zullen Mij kennen, van klein tot groot onder hen.
1 Johannes 2:27
HSV: De zalving die u van Hem hebt ontvangen, blijft in u, en u hebt het niet nodig dat iemand u onderwijst; maar zoals deze zalving u onderwijst met betrekking tot alle dingen – en die zalving is waar en is geen leugen – en zoals ze u heeft onderwezen, zo moet u in Hem blijven.
Andere versie
BGT: Maar jullie hebben van Christus de heilige Geest gekregen, en die zal in jullie blijven. De Geest zelf zal jullie alles leren. Daarom hoeft niemand anders iets aan jullie te leren. Wat de Geest zegt, is waar. Hij bedriegt jullie niet. Blijf daarom verbonden met Christus, zoals de Geest jullie geleerd heeft.
2 Timoteüs 2:19-21
HSV: Toch blijft het vaste fundament van God staan, met dit zegel: De Heere kent wie van Hem zijn, en: Ieder die de Naam van Christus noemt, moet zich ver houden van de ongerechtigheid.
Maar in een groot huis zijn niet alleen voorwerpen van goud en van zilver, maar ook van hout en aardewerk. Sommige zijn voor eervol, maar andere voor oneervol gebruik.
Als iemand zich dan van deze dingen reinigt, zal hij een voorwerp zijn voor eervol gebruik, geheiligd en van veel nut voor de Heere, voor elk goed werk gereedgemaakt.
Andere versie:
BGT: God beschermt zijn kerk, en de echte gelovigen houden vast aan de waarheid. Want in de heilige boeken staat: «De Heer weet wie bij hem horen.» En: «Als je de Heer dient, mag je geen slechte dingen doen.»
In een huis van rijke mensen zijn niet alleen voorwerpen van goud en zilver, maar ook voorwerpen van hout of steen. Zo is het ook in de kerk. Daar zijn mensen die gered zullen worden, maar ook mensen met wie het slecht zal aflopen.
Als slechte mensen stoppen met hun slechte gedrag, kunnen ze toch nog gered worden. Dan zijn ze heilig, en waardevol voor de Heer. En dan kunnen ze veel goede dingen doen.
Matteüs 13:28-29
HSV: Wilt u dan dat wij erheen gaan en het (onkruid) verzamelen? Maar hij zei: Nee, opdat u bij het verzamelen van het onkruid niet misschien tegelijk ook de tarwe zelf uittrekt.
Romeinen 14:10
HSV: U echter, wat oordeelt u uw broeder? Of ook u, wat minacht u uw broeder? Wij zullen toch allen voor de rechterstoel van Christus gesteld worden.
Andere versies:
Willibrord: Met welk recht veroordeel jij je broeder? En jij, waarom kleineer jij je broeder? Wij zullen allemaal verschijnen voor de rechterstoel van God.
BGT: Zeg nooit over andere gelovigen: ‘Wat zij doen, is verkeerd!’ En denk ook niet dat je beter bent dan andere gelovigen. Want op een dag staan we allemaal voor Gods troon. En dan zal God over ons rechtspreken.
1 Korintiërs 2:15
HSV: De geestelijke mens beoordeelt wel alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld.
Johannes 7:24
HSV: Oordeel niet naar wat voor ogen is, maar vel een rechtvaardig oordeel.
Andere versie:
BGT: Geef geen oordeel over wat je ziet, maar probeer te begrijpen wat het echt betekent.
1Petrus 3:8-9
HSV: Ten slotte, wees allen eensgezind, vol medeleven, heb de broeders lief, wees barmhartig en vriendelijk.
Vergeld geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegen daarentegen, omdat u weet dat u daartoe geroepen bent, opdat u zegen zult beërven.
Matteüs 7:1-5
HSV: Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt; want met het oordeel waarmee u oordeelt, zult uzelf geoordeeld worden; en met welke maat u meet, zal er bij u ook gemeten worden.
Waarom ziet u wel de splinter in het oog van uw broeder, maar merkt u de balk in uw eigen oog niet op? Of, hoe zult u tegen uw broeder zeggen: Laat toe dat ik de splinter uit uw oog haal; en zie, er is een balk in uw eigenoog?
Huichelaar, haal eerst de balk uit uw oog en dan zult u goed kunnen zien om de splinter uit het oog van uw broeder te halen.
Matteüs 23:23-24
HSV: Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u geeft tienden van de munt, de dille en de komijn, en u laat het belangrijkste van de Wet na: het recht, en de barmhartigheid en het geloof. Deze dingen zou men moeten doen en die andere dingen niet nalaten. Blinde leiders, die de mug uitzift maar de kameel doorslikt.
Andere versies:
NBG51: ... het gewichtigste van de wet verwaarloosd: het oordeel en de barmhartigheid en de trouw.
BGT: ... de belangrijkste regels van de wet: eerlijkheid, liefde en trouw.
Matteüs 18:15-17
HSV: Als uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga naar hem toe en wijs hem terecht tussen u en hem alleen; als hij naar u luistert, hebt u uw broeder gewonnen. Maar als hij niet naar uluistert, neem er dan nog een of twee met u mee, opdat in de mond van twee of drie getuigen elk woord vaststaat. Als hij niet naar hen luistert, zeg het dan tegen de gemeente. En als hij ook niet naar de gemeente luistert, laat hij dan voor u als de heiden en de tollenaar zijn.
1 Korintiërs 5:11-13
NBV: Wat ik bedoel is dit: u mag niet omgaan met iemand die zichzelf een broeder of zuster noemt, maar in feite een ontuchtpleger is, een geldwolf, afgodendienaar, lasteraar, dronkaard of uitbuiter. Met zo iemand mag u beslist niet eten. Waarom zouden we over buitenstaanders oordelen? U hoeft toch alleen te oordelen over leden van de gemeente? Over de buitenstaanders zal God oordelen. Maar binnen de gemeente geldt: ‘Verwijder wie kwaad doet uit uw midden.’
Wat is goed in Gods ogen?
Een rein geweten hebben is hetzelfde als in het reine zijn met jezelf of innerlijk tot rust gekomen zijn. Dit betekent echter nog niet dat je met God in het reine bent. Je kunt gelukkig zijn en in vrede leven met jezelf en daardoor je waardigheid behouden, maar daarom leef je nog niet in vrede met anderen en met God.
Om te kunnen overleven leren we elkaar verdragen en rekenen we op Gods verdraagzaamheid. Samen binden we dan de strijd aan tegen onverdraagzaamheid, bedrog, onrechtvaardigheid, machtsmisbruik, geweld, en ook tegen ziekte, zwakheid, kansloosheid, rampspoed enz… Maar het blijft overleven zonder een hoger doel en dus zonder verstrekkende hoop. God heeft echter veel meer te bieden, en daarom vraagt hij ook veel meer van ons.
Wie gelooft in God, zoals we hem door en in Christus leren kennen, wil het doel bereiken waarvoor hij geschapen is en wordt gedreven door een overeenkomstige hoop. Daarvoor zal de gelovige ook met God in het reine moeten komen en zijn geweten of zijn hart laten beheersen door de vrede met God. Als gelovigen zullen we dan niet langer het product zijn van ons verleden, maar gevormd worden door wat God zegt (in de bijbel, in Christus, door de heilige Geest). We kunnen met elkaar leren om naar God te luisteren en om vanuit een nieuw hart te leven.
Geloof vraagt toewijding uit liefde! Dat bevat altijd een risico waar we ons heel bewust moeten van zijn. Als wij ons toewijden aan de Heer kunnen we immers niet meer onszelf en ook geen andere meester meer dienen. Onze dienst aan de Heer zal ons persoonlijk ingrijpend veranderen en niet in het minst door toewijding aan de gemeenschap van gelovigen (het lichaam van Christus). We nemen daar zelfs het risico om sommige van onze eigen principes en karaktertrekken te moeten inleveren, zodat we geen oppervlakkige gemeenschap van christenen blijven. Op die manier worden we in onze intiemere kring van medegelovigen aan elkaar geslepen, om vooral in de praktische aspecten van ons leven gevormd te worden naar het beeld van Jezus Christus.
zie verder: Met God in het reine komen
Kolossenzen 3:12-17
HSV: 12 Bekleed u dan, als uitverkorenen van God, heiligen en geliefden, met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld.
13 Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen.
14 En doe boven dit alles de liefde aan, die de band van de volmaaktheid is.
15 En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees dankbaar.
16 Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart.
17 En alles wat u doet met woorden of met daden, doe dat alles in de Naam van de Heere Jezus, terwijl u God en de Vader dankt door Hem.
Andere versie:
BGT: 12 God houdt van jullie. Hij heeft jullie uitgekozen, en jullie horen nu bij hem. Daarom moeten jullie goede dingen doen: Je moet van harte meeleven met anderen. Je moet vriendelijk voor elkaar zijn, en geduldig. Denk niet aan jezelf, 13 maar accepteer elkaar, en vergeef elkaars fouten. Want Christus heeft ook jullie je fouten vergeven.
14 Maar het allerbelangrijkste is: houd van elkaar. Want liefde maakt van jullie een volmaakte eenheid. 15 Jullie zijn uitgekozen om samen één kerk te vormen. Christus heeft jullie vrede gegeven. Laat zijn vrede jullie nu leiden bij jullie beslissingen. En wees dankbaar!
16 Laat jullie leven vol zijn van het goede nieuws over Christus. Gebruik al je wijsheid om elkaar uitleg en goede raad te geven. Zing liederen om God te eren, zing alle liederen die de heilige Geest je laat zingen. Wees dankbaar, en zing voor God.
17 Bedenk bij alles wat jullie doen en zeggen, dat jullie bij de Heer Jezus horen. En vraag hem steeds om God, de Vader, te danken namens jullie.
Met God in het reine komen
Jezus kwam met het goede nieuws van “het koninkrijk van God”. Voor ongelovigen is dit een utopie, maar voor wie in Jezus gelooft is het een duurzame en zalige realiteit die nu reeds kan aanvangen en alvast beleefd kan worden. Geloven in Jezus en in wat hij zegt is ontvankelijk zijn voor de kracht die ons kan redden uit de uitzichtloze situatie waartoe deze wereld veroordeeld blijkt te zijn.
Persoonlijke redding bestaat uit de vernieuwing van ons leven, waardoor het niet meer zijn natuurlijke gang gaat, maar door Gods Geest wordt geleid. Dit veronderstelt een inzicht in de realiteit van Jezus’ kruisdood en zijn verrijzenis, en als gevolg daarvan een nauwe persoonlijke relatie met de Heer. Dit inzicht is de inhoud van het geloof dat tot redding leidt, met name dat God de losprijs heeft voorzien om alle mensen terug te kopen van het lot dat hen wegens hun schuld beschoren is. De schuld is te leven zonder zich te verantwoorden tegenover de leven-gever, het gevolg daarvan is een vooruitzicht op de dood. De losprijs is de plaatsvervangende dood van de onschuldige Jezus Christus, het bloed van Chrisrus. Het inzicht komt hier op neer dat als Christus in mijn plaats gestorven is, ik mijzelf als dood kan beschouwen. Als ik samengegroeid ben met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zal ik ook samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn opstanding, zegt de Romeinenbrief 6:5. Dit geloven betekent dat ik stop met te leven voor mijzelf en voortaan zal leven voor Hem, die voor mij gestorven is en opgewekt (2Kor.5:15). Om in het reine te komen met God hoef ik dus mijn oude leven niet op te poetsen, ik mag het begraven. Mijn geweten wordt door Jezus’ bloed gereinigd van alle gedachten, woorden en daden die tot de dood hadden geleid. Het nieuwe leven waarvoor de Heer uit de dood is opgewekt en mijn wens om voor de Heer te leven en om te doen wat Hij zegt beheersen voortaan mijn geweten. Mijn denken wordt vernieuwd, mijn levensstijl verandert overeenkomstig mijn nieuwe gedachten, ik leer om niet meer te steunen op mijn eigen inzichten maar om op de Heer te vertrouwen en gevoelg te zijn voor Zijn Geest in mij. En ik leer om mijn relatie met de Heer ook in woorden uit te drukken, door te bidden, alleen en samen met geloofsgenoten. Met God in het reine komen is ervoor zorgen dat ik een zuivere relatie met Hem heb, onbezoedeld door overblijfsels uit mijn oude leven
zie verder: Berouw
Kolossenzen 3:3, 4 NBG51
Gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, Die ons leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.
1 Johannes 1: 5-10
En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. 6 Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet; 7 maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. 8 Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet. 9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. 10 Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot een leugenaar en zijn woord is in ons niet.
Berouw
Het bewuste verlangen om in het reine te willen komen met God komt vaak in een crisismoment naar boven. De meest efficiente bewustwording is "berouw ervaren". Berouw is spijt hebben dat je niet bent wie je zou willen zijn en zou kunnen zijn. Voor een gelovige is dit het hartverscheurend besef dat je niet leeft zoals God het wil, en je wilt dankbaar Gods uitgestoken hand grijpen. Dit grondig besef kan alleen door de heilige Geest in ons hart gelegd worden, en het zal ons geweten verontrusten met een gezond schuldbesef. Ons geweten, dat tot dan toe misschien rust had en een bron van zelfzekerheid was, veliest nu zijn vrede tot we echt met God in het reine komen. Gods woord en zijn Geest overtuigen ons als we afwijken van wat God wil, maar als wij onze schuld bekennen (onze zonden belijden) zal Hij onze zonden vergeven en ons reinigen van alle ongerechtigheid. In het reine komen met God is dus niet alleen vergeving ontvangen maar ook werkelijk gereinigd worden van alles wat in Gods ogen niet juist is (van alle ongerechtigheid).
Er zijn twee belangrijke observaties in wat de bijbel ons hierover leert:
-
Vergeving en verzoening zijn uitsluitend mogelijk op basis van Jezus' kruisdood (het bloed van Jezus). Jezus zei: niemand komt tot de Vader dan door Mij (Johannes 14:6). Niet onze goede bedoelingen, geen enkele godsdienst, noch ons goed gedrag of onze goede werken kunnen ons redden van de gevolgen van ons leven-zonder-God. Alleen door de losprijs die Jezus met zijn leven betaald heeft, zijn wij vrijgekocht van de straf die krachtens de rechtvaardigheid op ons rust.
-
Vergeving ontvangen houdt ook in dat wat ons vergeven wordt uit ons leven verdwijnt. Vergeving is namelijk de eerste stap naar verzoening, dit is om voortaan in vrede met en in dienst van God te leven, gereinigd van alles wat afwijkt van Gods wil. Dit is alleen mogelijk door consequent als volgeling of leerling van Jezus -onze redder- te gaan leven, m.a.w. leven uit het geloof in Jezus. Persoonlijk betekent dit dat niet meer ikzelf maar Jezus op de troon van mijn leven zit; dat ik niet meer bestuurd wordt door mijn eigen inzichten en gevoelens, maar door de heilige Geest; en niet meer handel uit eigen kracht en eigen mogelijkheden maar uit de voorzieningen of de genade van de Heer.
Johannes 3:16-21 (Basisbijbel)
16 Want God houdt zoveel van de mensen, dat Hij zijn enige Zoon aan hen heeft gegeven. Iedereen die in Hem gelooft, zal niet verloren gaan, maar zal het eeuwige leven hebben. 17 Want God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om de mensen te veroordelen, maar om door Hem de mensen te redden. 18 Iedereen die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld. Maar iedereen die níet gelooft, ís al veroordeeld. Want hij heeft niet geloofd in de enige Zoon van God. 19 Die mensen zullen worden veroordeeld omdat het Licht in de wereld is gekomen, en ze liever het donker hadden dan het Licht. Dat is omdat ze slechte dingen doen. 20 Want mensen die slechte dingen doen, hebben een hekel aan het licht. Ze gaan er niet naartoe. Want in het licht zullen hun slechte daden zichtbaar worden. En dan zullen ze gestraft worden. 21 Maar mensen die leven zoals God het wil, gaan wel naar het licht toe. Want dan kan iedereen zien dat ze alles wat ze hebben gedaan, met God hebben gedaan."
Matteüs 7:21 (Basisbijbel)
Niet iedereen die tegen Mij zegt: 'Heer, Heer,' zal het Koninkrijk van God binnengaan. Alleen de mensen die mijn hemelse Vader willen gehoorzamen, mogen binnen komen.
Matteüs 7:24-27 (Basisbijbel)
24 Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Lúister niet alleen naar wat Ik zeg, maar dóe het ook. Dan lijk je op een verstandig man die zijn huis op rotsgrond bouwde. 25 Toen het hevig begon te regenen en te stormen en er een overstroming kwam, stortte het huis niet in. Want het was op een stevige ondergrond neergezet. 26 Als je wel hoort wat Ik zeg, maar het niet doet, lijk je op een onverstandig man die zijn huis op zand bouwde. 27 Toen het hevig begon te regenen en te stormen en er een overstroming kwam, spoelde het zand weg en stortte het huis in. Er bleef helemaal niets van over."
Efeziërs 3:16-20 (Basisbijbel)
16 Dan bid ik dat Hij vanuit de rijkdom van zijn hemelse macht en majesteit jullie geest met zijn kracht zal vullen, door de Heilige Geest. 17 Want dan zal Christus in jullie hart wonen door jullie geloof. Dan zullen jullie stevig geworteld zijn in zijn liefde, net zoals een boom met zijn wortels stevig in de grond staat.18En dan zullen jullie samen met alle andere gelovigen gaan zien hoe breed en hoe lang, hoe hoog en hoe diep de liefde van Christus is. 19 En dan zullen jullie gaan zien dat die liefde te groot is om te begrijpen. En dan zullen jullie vol worden van God Zelf. 20 God is in staat om eindeloos veel meer te doen dan wij kunnen bidden of bedenken. Dat doet Hij door de kracht die in ons werkt.
Wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.
Romeinen 12:2